Beschermen van burgers gaat boven VN-drugsverdrag’
Legalisering van hennepteelt en -handel is wel degelijk mogelijk. Sterker: mensenrechten kunnen overheden ertoe verplichten het kweken en verhandelen van cannabis gereguleerd toe te staan als dat misdaden als moord en mishandeling of ongelukken ten gevolge van onveilige teelt voorkomt. Mensenrechten wegen zwaarder dan de VN-drugsverdragen die wietteelt en -handel verbieden.
Dit concluderen hoogleraar straf- en strafprocesrecht Piet Hein van Kempen en universitair docent Masha Fedorova van de Radboud Universiteit na onderzoek in opdracht van 27 grotere gemeenten. Die streven lokale wietregulering na omdat de criminaliteit rond hennepteelt volgens de gemeentebesturen onbeheersbaar wordt.
Illegale hennepkweek leidt tot crimineel geweld en corruptie, en daarnaast tot branden, legionellabesmettingen, stank- en andere overlast in woonwijken en tot gezondheidsrisico’s voor gebruikers doordat elk zicht op de kweek ontbreekt. Volgens voorstanders zou regulering de weg vrijmaken voor kwaliteitsbewaking (toezicht op het gehalte aan THC, de actieve stof, en aan gewasbeschermingsmiddelen), controle op de keten, vermindering van criminaliteit en bescherming van de gezondheid van gebruikers en van burgers die gewild of ongewild bij de handel zijn betrokken, zoals omwonenden.
‘Positieve verplichting tot bescherming van mensenrechten’
‘Staat moet burger beschermen tegen gevolgen illegale teelt’
Mensenrechtenverdragen geven gemeenten tóch een mogelijkheid om de cannabishandel en – teelt te legaliseren, stelt de hoogleraar strafrecht Piet Hein van Kempen. ‘Nederland staat nuchter tegenover cannabisgebruik. Er zijn ook landen mordicus tegen. Daarom is een vereiste dat andere landen er geen last van hebben. Zo moet er een gesloten kweek- en handelssysteem zijn, waarop streng wordt gecontroleerd.’ (+)
Het is daarom goed verdedigbaar, schrijven de onderzoekers, dat regulering van de wietkweek als ‘een positieve verplichting tot bescherming van mensenrechten geldt’, zoals het recht op gezondheid (IVESCR en ESH) en de rechten op leven en tegen onmenselijke behandeling (IVBPR en EVRM).
De nationale overheid kan in principe volgens deze positieve mensenrechten bepalen of ze wietkweek en -handel reguleert, mits andere landen daarvan geen last hebben. Dat betekent dat er geen export mag plaatsvinden en er dus sprake moet zijn van een gesloten en streng gecontroleerd systeem voor teelt, handel en gebruik.
Ook zijn overheden die tot legalisering overgaan verplicht, volgens diezelfde mensenrechten, om het gebruik van cannabis te – blijven – ontmoedigen. Dit geldt voor alle drugs- en alcoholgebruik, omdat die middelen de gezondheid ondermijnen.
Beter dan gedoogbeleid
‘De redenering luidt eigenlijk: door de negatieve gevolgen van een verbod, moet het verbod worden opgeheven. Dat zou betekenen dat dit straks ook kan gelden voor andere zaken die nu illegaal zijn.’
De onderzoekers stellen nadrukkelijk niet dat legalisering beter is dan het Nederlandse gedoogbeleid, waarbij het roken van cannabis is toegestaan terwijl de teelt en handel goeddeels zijn verboden. Zij vinden slechts dat Haagse politici het argument ‘legaliseren mag nu eenmaal niet’ niet langer als tegenargument mogen gebruiken.
Hoogleraar internationaal strafrecht Geert-Jan Knoops betwijfelt of de ‘positiefrechtelijke doorwerking’ van mensenrechten inderdaad zover gaat. ‘Uitgesloten is het niet’, stelt hij, ‘maar de politiek zal straks waarschuwen voor de precedentwerking. De redenering luidt eigenlijk: door de negatieve gevolgen van een verbod, moet het verbod worden opgeheven. Dat zou betekenen dat dit straks ook kan gelden voor andere zaken die nu illegaal zijn.’
Maar legalisering van bijvoorbeeld harddrugs of wapens, reageert onderzoeker Piet Hein van Kempen, ‘is niet te bereiken met het toepassen van mensenrechten – omdat de mens dan niet beter wordt beschermd’.
‘Uitwassen gedoogbeleid terugdringen’
De betrokken gemeenten zijn blij met de conclusies. ‘Dit rapport maakt voor ons de stap mogelijk die wij zo graag zetten’, zegt Victor Everhardt (D66), in Utrecht wethouder volksgezondheid en een van de initiatiefnemers voor het onderzoek. ‘Legalisering van cannabis biedt gemeentebesturen ‘zicht op wat nu onzichtbaar is’. ‘Met legalisering kunnen we de uitwassen van het gedoogbeleid terugdringen.’
Meer dan vijftig gemeenten hebben zich aangesloten bij de oorspronkelijke initiatiefnemers Utrecht, Eindhoven en Heerlen. ‘We willen uitvinden of legalisering werkt en of het een verbetering is ten opzichte van het huidige systeem’, stelt Everhardt. ‘Cannabis is geen ongevaarlijk goedje. We zullen het gebruik ervan blijven ontmoedigen. Maar de realiteit is: mensen doen het toch. Dus hoe kun je cannabisbeleid als gemeente gecontroleerd organiseren? Elke logica zegt: we willen toezicht op wat daar allemaal gebeurt.’