Bij brief van 15 december 2016 heeft de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie mij verzocht te reageren op een brief van ‘Justice for Johan’ van 17 november 2016 (met aangehechte petitie) inzake het verzoek om politieke inspanning voor spoedige terugkeer van dhr. van Laarhoven en partner uit Thailand.
Uit de vertaling van het vonnis door de Thaise rechter volgt dat de heer Van Laarhoven is veroordeeld voor witwasdelicten gepleegd in Thailand. De Thaise rechter kwam tot het oordeel dat sprake was van zogeheten wederrechtelijk verkregen vermogen. In de vaststelling van feiten door de Thaise rechter treed ik niet en de Thaise rechterlijke uitspraak respecteer ik. Ik kan de stelling dat het hier een ten onrechte uitgesproken veroordeling betreft, derhalve niet tot de mijne maken.[1]
Evenmin onderschrijf ik de bewering dat de heer Van Laarhoven en zijn partner zijn aangehouden na een uitdrukkelijk verzoek aan de Thaise autoriteiten vanuit Nederland. Het openbaar ministerie (OM) heeft mij laten weten dat het Thailand niet heeft gevraagd om de aanhouding. Deze heeft plaatsgevonden nadat Thailand daartoe besloot in het kader van een zelfstandig Thais strafrechtelijk onderzoek.[2]
Voorts deel ik de mening niet dat de heer Van Laarhoven en zijn partner het slachtoffer zijn geworden van een onzorgvuldige communicatie door het Nederlandse OM en politie omtrent het gedoogbeleid.
Ik meen op basis van hetgeen het OM mij hierover heeft gemeld, dat de informatie aan Thailand over het gedoogbeleid voldoende representatief, onafhankelijk en deskundig is geweest.[3]
Ik ben mij ervan bewust dat de heer Van Laarhoven de omstandigheden in Thaise detentie als zwaar ervaart. Over een vertrek uit Thailand kan ik de heer Van Laarhoven evenwel geen toezeggingen doen. Ten aanzien van de wens om een spoedige overbrenging naar Nederland, verwijs ik uw Kamer naar de antwoorden 4 en 5 die de Minister van Buitenlandse Zaken op 20 januari jl. heeft gegeven op vragen van de leden Bergkamp en Sjoerdsma over antwoorden op eerdere vragen inzake de situatie van de heer Van Laarhoven (ingezonden op 14 december 2016 met kenmerk 2016Z23938). Voordat een verzoek om de Thaise straf in Nederland te ondergaan in behandeling kan worden genomen, zal de zaak in Thailand afgerond moeten zijn. Het hoger beroep tegen de veroordeling loopt echter nog. Daarnaast is het aan het OM om te bepalen of het een uitleveringsverzoek wenst te doen. Tot op heden is daarvan geen sprake.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
S.A. Blok
[1] Ik verwijs voor dit punt naar de antwoorden d.d. 13 september 2016 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3493) op de vragen 6 tot en met 16 van de leden Bergkamp en Sjoerdsma (beiden D66) over de brief van een Nederlandse politieliaison in Thailand aan de Thaise autoriteiten getiteld «Request for initiating an investigation in Thailand» (ingezonden 14 juni 2016).
[2] Zie ook de antwoorden d.d. 13 september 2016 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3492) op de vragen 2, 3, 4 en 5 op de vragen van de leden Bergkamp en Sjoerdsma (beiden D66), Recourt (PvdA), Van Nispen (SP), Van Tongeren (GroenLinks), Thieme (Partij voor de Dieren), Van Klaveren (Groep-Bontes/Van Klaveren), Krol (50Plus), Houwers (fractie Houwers) en Klein (fractie Klein) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Buitenlandse Zaken over de brief van een Nederlandse politieliaison in Thailand aan de Thaise autoriteiten getiteld «Request for initiating an investigation in Thailand» in de zaak-Van Laarhoven van 14 juli 2014 (ingezonden 14 juni 2016).
[3] Zie ook het antwoord op vraag 1 (2016 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 2218) van de Kamervragen van de leden Bergkamp en Sjoerdsma (beiden D66) over een Nederlandse voormalig coffeeshopeigenaar die is veroordeeld in Thailand. (ingezonden 24 februari 2016) en antwoorden d.d. 13 september 2016 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3493) op de vragen 22 tot en met 25 van de leden Bergkamp en Sjoerdsma (beiden D66) over de brief van een Nederlandse politieliaison in Thailand aan de Thaise autoriteiten getiteld «Request for initiating an investigation in Thailand» (ingezonden 14 juni 2016).
Fijn dat de zaak blijft rollen. Wat deze man ook fout heeft gedaan is 1, maar dat heeft hij in NEDERLAND gedaan. Niet in Thailand. Kom op jongens. Kom op minister. Deze Tilburger verdiend een eerlijk proces in Nederland.
Van je regering moet je het hebben. Keihard om te moeten lezen dat het aan het OM is om te bepalen of het een uitleveringsverzoek wenst te doen en dat daar tot op heden geen sprake van is. Je zult maar gevangen zitten. Je schaamt je hoe weinig Nederland doet voor zijn onderdanen in buitenlandse gevangenschap. .
Bring him home! Imagine if that was your father mother or child