‘Een volstrekt begrijpelijke uitspraak.’ Zo reageert de Bredase hoofdofficier van justitie Charles van der Voort op het Thaise vonnis tegen voormalig coffeeshopeigenaar Johan van L. (55). De rechtbank in Bangkok veroordeelde de Tilburger, die sinds 2008 in Pattaya woont, dinsdag tot 103 jaar cel wegens witwassen van geld. Daarvan moet hij zeker 20 jaar echt de cel in.
Een officier van justitie die dat over zijn lippen krijgt, is van God los’, briest Gerard Spong, een van de Nederlandse advocaten die Van L. bijstaan. ‘Een Nederlandse ingezetene die 103 jaar cel krijgt voor witwassen – iemand die dat begrijpelijk vindt heeft een heel andere moraal dan ik hanteer. Ik heb daar geen goed woord voor over.’ Volgens de broer van Van L. staat twintig jaar zitten in een Thaise gevangenis gelijk aan de doodstraf.
Het Openbaar Ministerie begon ruim vier jaar geleden een strafrechtelijk onderzoek tegen Van L., die oprichter is van de Grass Company, een keten van vier coffeeshops in Tilburg en Den Bosch. Hij wordt verdacht van het witwassen van zeker 20 miljoen euro, maar ook van andere vergrijpen zoals hennephandel, valsheid in geschrifte en belastingfraude.
Vorig jaar werd daarom een rechtshulpverzoek gedaan aan Thailand. Ook schreef het OM een brief aan de Thaise autoriteiten waarin wordt gesteld dat Van L. ook wordt verdacht van het plegen van strafbare feiten in Thailand. Kort daarna werd Van L. in juli 2014 gearresteerd, samen met zijn Thaise echtgenote Tukta. Zij is veroordeeld tot 12 jaar cel.
Samenwerking
‘We zijn blij met de samenwerking met de Thaise collega’s’, reageert Van der Voort dinsdag. ‘Van L. is veroordeeld voor witwassen in Thailand, niet voor drugshandel. Dat is conform de afspraken die we hebben gemaakt. Wij voltooien het onderzoek naar strafbare feiten in Nederland en zullen rekening houden met de straf die hij al in Thailand heeft gekregen.’
Over de hoogte van de straf in Thailand wil de Bredase hoofdofficier zich niet uitlaten. ‘Elk land heeft zijn eigen strafrechtelijke regels en merites’, stelt hij.
Volgens Spong heeft het OM zijn cliënt feitelijk de Thaise cel ingejaagd. Want het Nederlandse gedoogbeleid is niet uit te leggen in Thailand en drugs liggen in het Aziatische land hypergevoelig. Ook tijdens het voorlezen van het vonnis vroeg de rechter nogmaals aan de verdachte of hij echt cannabis had verkocht. ‘Hij is primair veroordeeld voor het witwassen van coffeeshopgeld in Thailand’, zegt Spong.
Kort geding
Zijn kantoorgenoot Sidney Smeets, die het afgelopen jaar afwisselend met Spong de ‘Bangkok-shuttle’ heeft gedaan, is op twitter kort maar krachtig. ‘De zaak toont aan hoe de Nederlandse overheid zijn burgers overlevert aan de grillen van militaire regimes’, stelt hij. Volgens hem zit Van L. in de Thaise cel door ‘de onbegrijpelijkheid van het gedoogbeleid’ en wegens ‘witwassen’ van geld waarover belasting is betaald’.
De verdediging heeft vorig jaar een kort geding aangespannen tegen de staat wegens onrechtmatig handelen, maar zowel de voorzieningenrechter als het gerechtshof stelde het OM in het gelijk. Volgens de rechters heeft de staat niet om de aanhouding van Van L. in Thailand verzocht. Ook heeft de staat zich ervoor ingespannen de hele strafzaak tegen Van L. in Nederland te doen plaatsvinden, maar wilde Thailand daaraan niet meewerken.
Van der Valk
Volgens het OM is er veel meer aan de hand dan de advocaten beweren, al worden daarover lopende het onderzoek verder geen mededelingen gedaan. Hoofdofficier Van der Voort heeft de zaak ooit vergeleken met de grote fraudezaak rond het Van der Valk-concern 25 jaar geleden, waarbij vele miljoenen buiten de boeken bleven en werden weggesluisd naar het buitenland.
Spong kondigt aan dat Van L., die zegt onschuldig te zijn, in hoger beroep gaat tegen het Thaise vonnis. De advocaat vindt het ‘helemaal niet dom’ dat de voormalige coffeeshophouder die miljonair is geworden met de verkoop van softdrugs, uitgerekend in Thailand is gaan wonen, waar ze zeer fel zijn op alles wat met drugs te maken heeft. ‘Hij had allerlei vergunningen in Nederland om vanuit coffeeshops wiet te verkopen. Hij heeft keurig belasting betaald. Hij dacht: ik zit op rozen. Het is in de verste verte niet bij hem opgekomen dat hij in Thailand een strafrechtelijk risico zou lopen.’
Bron: Volkskrant 10 November