Vandaag gaan wij beginnen met het publiceren van bewijsstukken dat het Nederlandse Openbare Ministerie wel degelijk verzocht heeft om een onderzoek te starten tegen Johan en Tukta. Wij starten met een document wat als onderwerp heeft: Verzoek om een onderzoek te starten in Thailand (request for initiating an investigation in Thailand). Omwille privacy redenen zijn sommige passages geanonimiseerd.
Het Openbaar Ministerie stuurt op 14 juli 2014 een zeer belastende brief naar de Thaise attorney-general. Dit doen zij nadat twee eerdere Rechtshulpverzoeken geen reactie, althans geen bevredigende reactie opgeleverd hebben. Het laatste Rechtshulpverzoek werd pas op 1 juli 2014 aangeboden bij het Thaise Openbare Ministerie. Alvorens de Thai hierop überhaupt kon reageren volgde de brief van 14 juli al! Verder worden er een aantal opmerkelijke zaken vermeld in deze brief namelijk verzwaring van de aanklachten, de timing van het versturen en de manier waarop deze brief aangereikt wordt bij de autoriteiten, niet via diplomatieke weg maar rechtstreeks aan het Thaise Openbare Ministerie.
Het Openbaar Ministerie in Nederland beschuldigt Johan en anderen op dit moment onder andere van witwassen, belastingfraude en het vormen van een criminele organisatie. Zoals de brief laat zien wordt er in dit verzoek niet gesproken over belastingfraude. Er wordt voorgedaan alsof de gebroeders van Laarhoven zich bezig houden met het kweken, voorbereiden van kweek, ompakken, verkopen, transporteren en bevoorraden van soft-drugs aan The Grass Company. Gemakshalve wordt er niet geschreven dat de coffeeshops van The Grass Company in Nederland een vergunning hebben om cannabis te verkopen en dat van het verdiende geld keurig belasting betaald wordt. Al deze bewijzen zijn aan het Thaise Openbare Ministerie voor gelegd in september 2014. Hier was geen speld tussen te krijgen.
Tevens wordt er de impressie gewekt alsof er onder de groothandel T.G.C. Trading enorme voorraden cannabis gevonden zijn, dit is ronduit een leugen en pertinent niet waar. Anderzijds doet men voorkomen alsof Frans van Laarhoven één van de mede-eigenaren van de coffeeshop is. Frans heeft zijn sporen verdiend in het onroerend goed en had een administratie kantoor. Sommige coffeeshops van The Grass Company huren bij Frans een pand voor hun horeca activiteiten, dit ‘vergeet’ het Openbaar Ministerie wederom te vermelden.
Zoals eerder aangegeven is de timing van de brief ook erg saillant. Op 22 mei 2014 werd de Thaise regering onder leiding van Thaksin Shinawatra door het leger afgezet. Er werd een avondklok ingesteld en sindsdien verkeerd Thailand in staat van beleg. Dit gegeven was de uitgelezen kans voor officier van justitie Lucas van Delft om de liaison officier te instrueren (blijkbaar was zelf het Ministerie van Buitenlandse zaken op de hoogte en akkoord met deze handelswijze) om een zeer belastende brief te sturen naar het nieuwe regime. Want het woord ‘drugs’ in combinatie met een zittende Junta in een land met een van de zwaarste anti-drugs wetten van de wereld doet wonderen.
Oordeel zelf, heeft Nederland nu wel of niet om het vervolgen van Johan en Tukta gevraagd?
[pdf-embedder url=”https://www.justiceforjohan.nl/wp-content/uploads/2016/05/doc20160519115830.pdf”]
Pingback:About an (ex)dutch coffee-shop owner, an prisoner in Thailand who needs our help – Madame Pothead