Met de hartelijke groeten van Johan van Laarhoven. Het gaat hem in de Klong Prem gevangenis in Bangkok ietsje pietsje beter.

Woensdag sprak ik hem daar. De lichte verbetering van zijn ‘leefomstandigheden’ dankt hij aan eigen inzet en medewerking van de gevangenisdirectie. Hij is overgeplaatst naar een met ‘slechts’ negen anderen bevolkte cel. Kleiner van oppervlakte dan de vorige, maar met tien of vijfentwintig man kan veel uitmaken. Zeker als je door celmaten wordt bedreigd en dat is wat gebeurde.

Van Laarhoven: ik houd me overal afzijdig van. Maar ze kwamen met z’n drieën op me af en bedreigden me. Ik liet dat niet op me zitten en ze dropen af. Maar ik heb wel meteen een klacht ingediend bij de gouverneur van de gevangenis en daaraan is gehoor gegeven.’

Ik geef dit uit m’n geheugen weer van wat ik heb opgevangen door het telefoontje waarmee bezoek en gedetineerde communiceren. Het was voor de eerste keer dat ik hem trof in de reguliere bezoekruimte, de vorige malen verbleef hij voor onderzoek en behandeling in het gevangenisziekenhuis. Daar zijn de bezoekfaciliteiten ietwat menselijker.

Hans Geleijnse, Van Laarhoven, Vicieuze cirkel, bezoek gevangenis

Aan het ‘loket’. Geen privacy
Foto Reuters

Toegegeven: ik ben visueel gehandicapt, dus mijn bezoekervaring is anders. Niettemin, de omstandigheden zeggen wel degelijk iets over de manier waarop de autoriteiten een recht van een gedetineerde invullen. De gevangene  zit achter gewapend glas. Alleen hoofd en borst zijn zichtbaar. Tussen hem en het bezoek zit dan nog een gang of looppad. Dit schept ongeveer 2,5 tot 3 meter afstand tussen gedetineerde en bezoek, dat van achter een hekwerk met hem praat. In feite komt communiceren neer op veredeld telefoneren; een mobieltje met beeldverbinding zou beter zijn.

Een verrekijker had leuk geweest

Voor mij en Johan was het vervelende dat ik hem door zijn gevangeniskledij slechts zag als lichtblauwe vlek met een wazig lichter contour erboven, zijn gezicht. Een verrekijker had uitkomst kunnen brengen. Overigens zag hij mij ook niet al te best, want de ruit was, zei hij, erg vuil. Veel kwam dus aan op de geluidsverbinding. Er zijn echter in totaal zo’n zestig ‘loketten’ met telefoons langs het gaaswerk. Dus met enkele tientallen andere bezoekers naast je die ook door hun telefoons tetteren wordt communiceren een zaak van vingers in je ene oor en de telefoon tegen het andere geklemd. Het lijkt maar een detail, maar met privacy en een gesprek van mens tot mens voeren heeft dit alles weinig van doen.

Met veel herhalingen wegens ‘wat zeg je’ wisselden we ‘het laatste nieuws’ uit. Dat wil zeggen, zijn laatste nieuws, want ik had verder weinig opwekkends voor hem te melden. Zo hoorde ik van de bedreigingen en corrigeerde hij ook mijn misvatting dat hij vanwege zijn schouderproblemen door slapen op de stenen vloer alleen om een hoofdkussentje had gevraagd. Dat moet dus een matrasje zijn. Het verzoek loopt al meer dan een jaar, het zou aardig zijn als de gevangenisautoriteiten – mochten ze zich beroepen op, ja, dan willen ze allemaal een matrasje – er voor Johan’s cel tien uitreiken!

Geen kans op goed nieuws

Het slechte nieuws is en blijft dat er zoals de zaken er nu voor staan er geen kans lijkt op snelle toepassing van de zgn. Wots-procedure, die regelt dat buitenlandse gevangenen hun straf in hun woonland uit kunnen zitten. Johan zou daar vanaf mei voor in aanmerking komen. Er is evenmin uitzicht op een generaal koninklijk pardon, dat tevens voor Johans levenspartner Tukta kan gelden.

Oorzaak is dat het Thaise openbaar ministerie in beroep is gegaan tegen het vonnis in hoger beroep van vorig jaar. Zolang de zaak onder de rechter is kan er nog van Wots noch van amnestie sprake zijn. Bovendien geldt voor Tukta dan nog dat van een pardon gekoppeld zal zijn aan een speciale gelegenheid, zoals de officiële kroning van de nieuwe koning. Die datum is nog altijd niet bepaald. De rechter van het Beroepshof besloot toen de straffen van 103 (Johan) en 12  (Tukta) jaar te verlagen. Johan kreeg  75 jaar, maar effectief bleven dat er twintig. Tukta kwam na aftrek uit op 7 jaar en vier maanden. Door die verlaging is, legde een jurist mij uit,  het Openbaar Ministerie verplicht om beroep aan te tekenen, zodat de zaak voor het Hooggerechtshof kan dienen. Dit gaat op z’n vroegst over een maand of zes gebeuren.

Hans Geleijnse, Van Laarhoven, Vicieuze cirkel, bezoek gevangenis

Vrouwen werken in gevangenis.
Foto op ThaiPrisonLife

Johan en Tukta blijven vooralsnog in een vicieuze cirkel ronddraaien. Johan, woensdag: ‘Emotioneel gesproken zit ik in een achtbaan’. Een hoogtepuntje is dan bezoek, goed nieuws van het thuisfront of zo’n lichte verbetering van het gevangenisbestaan. Dieptepunten zijn er meer. Zoals het recente antwoord van de minister van rechtsbescherming  Sander Dekker die de Tweede Kamer meedeelde  onmogelijk iets van betekenis te kunnen doen zolang de zaak in Thailand nog onder de rechter is…. (mij is het trouwens volslagen onduidelijk waarom een partij als D’66 bij de kabinetsformatie akkoord is gegaan met toewijzing van de nieuwe portefeuille Rechtsbescherming aan een VVD’er).

En dan klinkt de bel

Alle mogelijkheden om zichzelf en zijn partner te verdedigen tegen de beschuldigingen van Neerlands justitie zijn Van Laarhoven uit handen geslagen. Een datum voor de zaak tegen hem, zijn broer en personeelsleden van The Grass Company is nog altijd niet bepaald.  ‘De rechter wil dat ik wordt gehoord, maar de dagvaarding werd ingetrokken omdat ik hier in de cel zit. De ombudsman klaagt over tegenwerking van ministeries bij het bestuderen van mijn zaak en moet omdat die onder de rechter is ermee stoppen,’ zegt hij.

Ons gesprek wordt abrupt beëindigd door het simultaan klinken van een luid belsignaal en verbreken van de telefoonverbinding. Ik zwaai richting lichtblauwe vlek en verlaat met machteloos gevoel de bezoekruimte.

Door Hans Geleijnse, trefpuntazie.com op 23 februari 2018

Bezoek aan Johan van Laarhoven: gevangene in vicieuze cirkel

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *