Martijn, de zoon van Trudy Jansen (72), zit onder erbarmelijke omstandigheden vast in een gevangenis in Thailand. Haar man was ernstig ziek. Voordat hij zou sterven, zochten zij hem samen op.

“Op vakantie naar Thailand? Als mensen me dat vertellen, krijg ik een onbestemd gevoel in mijn buik. Hoewel de meesten het natuurlijk als een ideaal vakantieland met prachtige stranden, warm weer en heerlijk eten beschouwen, weet ik uit ervaring dat het land niet alleen maar mooie kanten heeft. Onze zoon, Martijn (nu 44) vertrok op zijn 27e naar het buitenland nadat zijn lange relatie was gestrand. Hij was kapot van verdriet en móest weg. Het werd Thailand. Hij kreeg een goede baan en het beviel hem daar wel.

Auto-ongeluk

Dat je in Thailand als mens minder waard bent en juridisch gezien geen poot hebt om op te staan, leerden we tot twee keer toe op een harde manier. De eerste keer was acht jaar geleden. We bezochten Martijn en kregen een auto-ongeluk. Het was een vreselijke ervaring. Door de ontstane chaos vertrouwden we op mensen die dat niet waard waren. Achteraf gezien hadden we direct een advocaat moeten inschakelen, maar alles gebeurt zo snel op zo’n moment. Je gaat ervanuit dat mensen het beste met je voorhebben, maar dat was niet zo.

Gerards paspoort werd afgenomen en hij werd gechanteerd. Elke keer werd er meer geld van ons afgetroggeld; de corrupte politie verzon steeds weer een andere reden. Uiteindelijk hebben we met een medische verklaring uit Nederland afgedwongen dat Gerard zijn paspoort terugkreeg en zijn we zo snel mogelijk het land ontvlucht. Het was zo’n traumatische ervaring dat we niet meer terug durfden te komen. Wie weet wat er dan zou gebeuren? Niet veel later is Gerards alzheimer begonnen. Pas onlangs realiseerde ik me dat het auto-ongeluk hier misschien een trigger voor is geweest.

Het telefoontje

Een paar jaar geleden raakte Martijn zijn baan kwijt en had hij slechts af en toe werk. Ons contact werd minder. Als ik me thuis druk om hem maakte, herinnerde Gerard mij eraan dat Martijn een volwassen man was en dat ik hem niet kon blijven bemoederen. We dachten dat hij wel weer op zijn pootjes terecht zou komen. Tot die vreselijke dag drie jaar geleden. De Nederlandse ambassade in Thailand belde ons dat Martijn in de cel zat voor creditcardfraude. We schrokken ons natuurlijk rot. Onze zoon in de gevangenis? We wisten niet altijd waar hij mee bezig was, maar dit kwam als een donderslag bij heldere hemel.

Ik maakte me veel zorgen, want ik wist dat de omstandigheden in Thaise gevangenissen vreselijk zijn. Toch dachten we dat hij snel weer op vrije voeten zou zijn. Voor creditcardfraude zit je in Nederland slechts een paar maanden. Martijn vertelde dat hij erin was geluisd. Toen hij met een Thaise ‘vriend’ in de auto zat en die even uitstapte bij het tankstation, was de politie gekomen en die vond een stapel creditcards in het dashboardkastje. Martijn bleef volhouden dat het niet zijn auto was, maar hij werd meegenomen en beschuldigd. We dachten dat de consequenties wel zouden meevallen. Maar toen we hoorden dat hij twintig jaar zou krijgen, zakte de grond onder onze voeten vandaan.

Mensonterend

De omstandigheden in de gevangenis waarin Martijn zit, zijn mensonterend. Duizenden mannen zijn verdeeld over hokken. Met tientallen mannen delen ze een kamer, ze liggen hutjemutje naast elkaar op een betonnen vloer. Als Martijn ’s nachts naar de wc gaat, heeft hij bij terugkomst geen slaapplek meer waardoor hij de hele nacht tegen een betonnen muur moet staan. Het eten is net zo slecht; één keer per dag krijgen ze een bakje rijst.

Martijn heeft weleens verteld dat ze een gevangene die overlijdt, soms dagen in een cel laten liggen. Ik lig vaak wakker van de angst dat ik Martijn zal verliezen. Door de slechte leefsituatie of door een medegevangene. Hij zit daar toch tussen zware criminelen. Voor het minste of geringste word je doodgestoken.

Nog één keer op bezoek

Ik mis mijn zoon vreselijk en zou het liefst elke dag bij hem op bezoek gaan. Toch durfden we, door onze eerdere ervaring en Gerards verslechterde gezondheid, niet terug te keren naar het land. Gelukkig vond ik via internet een Nederlandse vrouw, Diny, die in Thailand woont. We raakten aan de praat en ze bood aan hem maandelijks te bezoeken voor ons. Zo’n lieve vrouw!

Na het bezoek belt ze om te vertellen hoe het met hem gaat en hoe hij eruitziet. Door haar word ik ook op de hoogte gehouden van de juridische ontwikkelingen, want daar is de ambassade nalatig in. Ondanks onze angst wilden we Martijn toch nog één keer opzoeken.

Wil je weten hoe Trudy dit bezoek heeft ervaren? Lees dan nu het hele verhaal in VROUW magazine: ‘Maar toen was het uur om. Je wilt nog zo veel vertellen, zo veel vragen, maar het kan niet meer. Het voelde alsof er een mes in mijn hart werd gestoken toen we hem achterlieten.’  

Door: www.vrouw.nl, Marjolein de Jong op 22 juli 2017

‘Mijn zoon zit twintig jaar in een Thaise cel’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *