De rechtbank in Breda besloot vandaag dat Johan van Laarhoven aanwezig moet kunnen zijn bij de strafzaak die het Openbaar Ministerie tegen hem wil voeren. Wij vroegen een van de advocaten, mr. Sidney Smeets, om commentaar.
Een tik op de vingers voor het Openbaar Ministerie dit besluit van de rechtbank?
Ja. Na een eerdere dagvaarding die op het laatste moment werd ingetrokken omdat Johan van Laarhoven niet bij de behandeling van zijn strafzaak aanwezig kon zijn vanwege zijn detentie in Thailand, deed het openbaar ministerie nu een tweede poging. Het was voor alle betrokkenen, niet in de laatste plaats Johan van Laarhoven zelf, een volstrekt raadsel waarom en waarom nú?
De rechtbank heeft nu overwogen dat het aanwezigheidsrecht, waarvan het openbaar ministerie had betoogd dat dit in deze fase van de behandeling nog niet bestond, wel degelijk van toepassing is. Johan van Laarhoven heeft dus, zoals zijn advocaten al vanaf zijn aanhouding betogen het recht aanwezig te zijn bij zijn berechting, ook waar dat de bezwaarschrift behandeling betreft. De rechtbank heeft het OM te kennen gegeven dat het zich zal moeten inspannen om duidelijk te maken hoe en wanneer Van Laarhoven kan verschijnen. Pas als daar duidelijkheid over is zal een nieuwe oproeping volgen met het doel een behandeling in tegenwoordigheid van Johan van Laarhoven te laten plaatsvinden.
Wat is uw oordeel over het besluit van OM, meer speciaal de zaakofficier, een nieuwe dagvaarding op te stellen en persoonlijk naar Bangkok af te reizen ter overhandiging. Een opmerkelijke gang van zaken na het echec met de vorige dagvaarding en in de wetenschap dat de verdachte het recht heeft aanwezig te zijn bij zijn zaak?
De reis van de officier van justitie naar Thailand was volstrekt zinloos en zijn pogingen de dagvaarding in persoon uit te reiken zijn in strijd met de geldende lokale wetgeving en het toepasselijke VN verdrag. Daarnaast heeft hij geprobeerd zich op oneigenlijke wijze toegang tot Johan te verschaffen op het moment dat hij bezoek van zijn Nederlandse raadsvrouwe ontving (in de advocatenruimte nota bene). Ook heeft het er alle schijn van dat de officier helemaal geen toestemming van de Thaise autoriteiten had om de dagvaarding op deze wijze uit te reiken.
Er zijn kosten noch moeite gespaard om de officier een reis naar Thailand te bezorgen maar de rechtbank moest constateren dat van de vermeende afspraken die de officier vermeendelijk had gemaakt niets op schrift was gesteld. En dat is vreemd omdat de officier zijn reis ook had kunnen benutten om de uitlevering van Johan van Laarhoven aan Nederland te realiseren. Tot op heden heeft het OM steevast geweigerd zich daar hard voor te maken, maar in de ogen van de verdediging is dit de snelste en meest efficiënte wijze om Johan in Nederland terecht te doen staan.
Denkt u dat dit besluit van de rechtbank de weg vrijmaakt of zou moeten maken voor de Nationale Ombudsman zijn onderzoek in deze zaak weer te hervatten?
Ja. Die weg was wat ons betreft al vrij. Zeker waar het de echtgenote van Johan van Laarhoven betreft die immers in Nederland niet vervolgd wordt. Maar ook nu de dagvaarding nog steeds niet geresulteerd is in een aanvang van de behandeling van de strafzaak is er wat ons betreft ruimte te over voor de Ombudsman om nu eindelijk de dubieuze gang van zaken rondom de Nederlandse aangifte in Thailand te onderzoeken. Overigens is de officier van justitie die daarvoor verantwoordelijk was en later een valse aangifte deed waarin hij verzon bedreigd te zijn, Lucas van Delft, na een korte periode niet als officier werkzaam te zijn geweest inmiddels weer aan de slag bij het parket Rotterdam.
Wat betekent dit besluit voor het proces tegen de overige verdachten in de zaak The Grass Company? Johan zou als getuige moeten kunnen optreden?
Wat ons betreft kunnen we met de overige zaken pas aan de slag als Johan in Nederland is en niet alleen gelijktijdig met de andere verdachten terecht kan staan maar tevens als getuige gehoord kan worden. Het moge duidelijk zijn dat wat ons betreft The Grass Company een net bedrijf is en dat deze strafzaak uitsluitend draait om de problemen aan de achterdeur, waarvan rechters al sinds 2012 zeggen dat ze daar geen straffen voor opleggen: een coffeeshop moet nu eenmaal bevoorraad worden. Johan van Laarhoven is bij uitstek degene die meer kan vertellen over het reilen en zeilen van de coffeeshops en, naar zijn en onze overtuiging, veel van de verdachtmakingen zijdens het openbaar ministerie en de politie kan weerspreken. Tot op heden is hij nog nooit over deze zaak gehoord omdat politie en justitie daarin geen interesse toonden en verzoeken van de verdediging daaromtrent al jaren worden tegengewerkt.
Mr. Smeets en zijn collega mr. T. Vis zijn namens Spongadvocaten verdedigers bij het proecs tegen Van Laarhoven
Door: Hans Geleijnse, trefpuntazie.com op 21 maart 2018