Het Openbaar Ministerie (OM) gaat vier leidinggevenden van coffeeshopketen The Grass Company vervolgen voor onder meer fraude. Een van hen is Johan van Laarhoven, die inmiddels drie jaar in een Thaise cel zit. Wat maakt de zaak zo gecompliceerd?
Van Laarhoven en drie anderen worden verdacht van fraude, witwassen, oplichting en deelname aan een criminele organisatie.
De vier moeten in september voor de rechtbank verschijnen waar een eerste regiezitting plaatsvindt. Behalve Van Laarhoven zelf is ook zijn broer gedagvaard.
Het onderzoek naar de keten, met twee coffeeshops in Tilburg en twee in Den Bosch, begon eind 2011. De verdenkingen waren aanvankelijk mensenhandel en het in bezit hebben van te grote voorraden drugs. In totaal heeft justitie ongeveer zestig (rechts)personen als verdachte op het oog.
Het Openbaar Ministerie stelt dat The Grass Company te hoge inkoopprijzen hanteerde.
Het Openbaar Ministerie zegt dat de verdenkingen niet slaan op de zogenoemde ‘achterdeur’, de illegale maar wettelijk gedoogde inkoop van cannabis, maar op de verkoop via de ‘voordeur’ van de shops. Naar de mening van het OM hanteerde The Grass Company ten onrechte en opzettelijk te hoge inkoopprijzen ten opzichte van de marktprijs.
Een woordvoerder van het OM legt uit dat door voor te doen dat er een hoger bedrag werd betaald voor de cannabis er al een deel van het geld werd witgewassen. De uiteindelijke winst op de verkoop van de wiet was daarmee ook hoger dan werd opgegeven aan de belastingdienst.
“Ze hebben wel belasting betaald, maar 25 miljoen te weinig”, aldus de woordvoerder. Het OM zegt dat het voordeel dat daaruit behaald is, via ingewikkelde schijnconstructies in binnen-en buitenland is witgewassen.
The Green Company vecht de dagvaarding aan.
Advocaat Sidney Smeets liet begin juli weten een bezwaarschrift te gaan indienen tegen de dagvaarding omdat zijn cliënt Van Laarhoven de dagvaarding mogelijk niet kan ontvangen en daarmee zichzelf niet kan verweren. De rechtbank moet hier een oordeel over vellen.
Volgens Smeets wordt er langdurig gepoogd om getuigen te horen die de zaak tegen Van Laarhoven kunnen ontkrachtigen en daarmee had een mogelijke dagvaardiging kunnen worden voorkomen. “Maar het OM lijkt totaal niet geïnteresseerd in het verhaal van de verdediging”, aldus Smeets.
Het OM zegt in een reactie daarop dat zij over de dagvaardigingen gaat en geen rekening hoeft te houden met de verdediging.
Van Laarhoven werd eerder in Thailand aangehouden voor handel in softdrugs.
Van Laarhoven en zijn vrouw werden in 2014 opgepakt in Thailand nadat het Nederlandse Openbaar Ministerie een rechtshulpverzoek had ingediend voor hulp bij het onderzoek. Het OM achtte hulp van Thailand noodzakelijk omdat naar eigen zeggen het risico’s bestond dat bewijsmateriaal en vermogen zou worden weggemaakt.
Thailand startte daarop zijn eigen onderzoek naar Van Laarhoven en zijn Thaise vrouw. Dit leidde tot een veroordeling omdat zij in Nederland geld hebben verdiend met handel in softdrugs, iets dat in Thailand verboden is. In eerste instantie kreeg Van Laarhoven 103 jaar cel, later werd dit in hoger beroep effectief bijgesteld naar vijftig jaar.
De advocaten van Van Laarhoven stellen dat het Openbaar Ministerie grove fouten heeft gemaakt bij het rechtshulpverzoek.
Om het rechtshulpverzoek is veel te doen. Volgens de advocaten van Van Laarhoven had het OM kunnen aanvoelen dat Thailand een eigen onderzoek zou starten en is de kennis over het Nederlandse gedoogbeleid in Thailand beperkt waardoor er geen sprake kon zijn van een eerlijk proces.
Nederlandse rechters bepaalden zowel in eerste instantie als in hoger beroep dat het rechtshulpverzoek wettig was. Ook zou het Nederlandse gedoogbeleid voldoende zijn toegelicht.
Zijn advocaten willen middels een civiele procedure tegen de staat opheldering krijgen over het rechtshulpverzoek.
Voor de rechter hebben de advocaten van Van Laarhoven betoogd dat verklaringen van het OM en Nederlandse politieambtenaren die in 2014 en 2015 zijn afgelegd over de zaak, niet volledig waren. Zo zouden niet vervolgde verdenkingen als vaststaande strafbare feiten aan de Thai zijn gepresenteerd.
“De Nederlandse staat heeft in deze zaak op alle fronten zeer onzorgvuldig gehandeld”, stelt advocaat Smeets. “De staat heeft nu de plicht zich in te spannen voor haar Nederlandse burger.” Van Laarhoven heeft daarom een rechtszaak aangespannen tegen de Staat omdat hij meent dat hij het slachtoffer is geworden van onzorgvuldig optreden van de Nederlandse autoriteiten.
Om de precieze gang van zaken duidelijk te krijgen is vorig jaar bij de rechtbank in Den Haag uitgebreid getuigenverhoor begonnen. Onder andere officieren van justitie en politiemensen werden door de advocaten van Van Laarhoven aan de tand gevoeld.
De rechter heeft in maart in deze zaak bepaald dat Van Laarhoven ook moet komen getuigen.
De oud-coffeeshophouder wil onder andere een verklaring afleggen over de schade die hij heeft geleden. De rechter heeft dit verzoek in maart bij Thailand neergelegd, maar de Thaise autoriteiten hebben tot nu toe niet gereageerd.
De Tweede Kamer heeft eind 2016 al om opheldering gevraagd en wil dat het kabinet ervoor zorgt dat Van Laarhoven naar Nederland wordt gehaald. Het ministerie van Justitie heeft dit tot nu toe geweigerd.
Ook de Nationale Ombudsman is recent een officieel onderzoek gestart naar de gang van zaken rond het rechtshulpverzoek van het Openbaar Ministerie aan Thailand. De klachten gaan over de manier waarop het OM informatie heeft gedeeld met de Thaise autoriteiten.
De omstandigheden in de Thaise cel zijn erbarmelijk.
Hij deelt een cel van vijftig vierkante meter met vijftig andere gevangen. In de kooi is geen toilet aanwezig.
Ook zijn er nauwelijks medische voorzieningen in de gevangenis. De Nederlander kampt volgens zijn advocaat met nier- en hartproblemen en is meer dan veertig kilo afgevallen. De oud-coffeeshophouder heeft onder meer een smeekbede geschreven aan Willem-Alexander over zijn “hopeloze situatie”, maar heeft hier geen antwoord op gekregen.
Door: nu.nl op 5 juli 2017